- Het vruchtbaarheidscijfer is in Nederland afgelopen jaar gedaald tot gemiddeld 1,43 kind per vrouw.
- Dit betekent dat er te weinig kinderen worden geboren om de omvang van de bevolking stabiel te houden, als je andere factoren buiten beschouwing laat.
- De groei van de bevolking in Nederland wordt inmiddels volledig bepaald door het migratiesaldo, waarbij het aantal immigranten het aantal emigranten op jaarbasis overtreft.
- Lees ook: Nederland groeit door naar 19 miljoen inwoners in 2037: vooral door migratie
Het Nederlandse vruchtbaarheidscijfer is in 2023 verder gedaald. Gemiddeld lag het aantal kinderen per vrouw op 1,43. Daarmee ligt dit voor het tweede opeenvolgende jaar onder de 1,5.
Dit blijkt uit vrijdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de ontwikkeling van de geboortecijfers in Nederland en Europa.
Om de bevolking van een land stabiel te houden, als je geen rekening houdt met factoren zoals migratie, moet het geboortecijfer in een land iets boven de 2 liggen, de zogenoemde vervangingsratio. Het Nederlandse geboortecijfer is dus te laag om hiervoor te zorgen.
In de grafiek hieronder is te zien dat dit al lange tijd het geval is, maar sinds 2010 is een verscherpte daling van het vruchtbaarheidscijfer ingezet.
Dat de bevolking toch groeit, komt door het migratiesaldo in Nederland. Er komen sinds ongeveer 2015 structureel meer immigranten naar Nederland, vergeleken met het aantal emigranten op jaarbasis.
Als je naar recente cijfers over het eerste kwartaal van dit jaar kijkt, zet die ontwikkeling zich nog steeds door. Er waren toen ongeveer 7.000 minder levendgeborenen vergeleken met het aantal overledenen. De groei van de bevolking kwam voort uit het positieve netto migratiesaldo (dus meer immigranten en emigranten).
Uit de vrijdag gepubliceerde cijfers van het CBS blijkt verder dat Nederlandse moeders het vaakst kinderen krijgen als ze tussen de 30 en 35 jaar oud zijn.
Wel is in de afgelopen tien jaar voor zowel de leeftijdsgroep van moeders tussen de 25 en 30 jaar als voor moeders tussen de 35 en 40 jaar een duidelijke afname te zien van het aantal kinderen per duizend vrouwen.
Vruchtbaarheidscijfers Europa: Nederland middenmoter
Het CBS heeft ook een Europese vergelijking gemaakt van vruchtbaarheidscijfers, gebaseerd op data uit 2022. In Nederland lag het gemiddelde aantal kinderen per vrouw in Nederland toen op 1,49.
In België lag het gemiddelde aantal kinderen per vrouw op 1,53, hoger dan in Nederland, terwijl het in Duitsland iets lager was op 1,46.
Frankrijk had het hoogste vruchtbaarheidscijfer in de EU met 1,79, terwijl Malta onderaan zat met gemiddeld 1,08 kinderen per vrouw.
Over het algemeen vertonen Oost-Europese landen hogere vruchtbaarheidscijfers, terwijl Zuid-Europese landen de laagste cijfers hebben.
Nederlandse vrouwen krijgen gemiddeld eerste kind als ze iets ouder dan 30 zijn
De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen in de Europese Unie (EU) hun eerste kind krijgen, is de afgelopen tien jaar gestegen in alle EU-landen. In 2013 was de gemiddelde leeftijd in de EU 28,8 jaar, terwijl dit in 2022 was gestegen tot 29,7 jaar.
In Nederland lag de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind kregen in 2022 met 30,3 jaar hoger dan het EU-gemiddelde.
Nederlandse moeders waren niet de oudste; in zes landen van de Europese Unie werden vrouwen later voor het eerst moeder.
In Italië en Spanje was de gemiddelde leeftijd het hoogst. Bij buurlanden lag de gemiddelde leeftijd lager dan bij ons: Belgische vrouwen waren gemiddeld 29,5 jaar bij de geboorte van hun eerste kind en Duitse vrouwen 29,9 jaar. Moeders uit Bulgarije waren het jongst.
Nederlandse vaders waren in 2022 gemiddeld 32,8 jaar oud bij de geboorte van hun eerste kind. Dat is iets ouder dan in 2013, toen was dat 32,4 jaar.